Het is essentieel dat het aluminium oppervlak grondig wordt voorbereid voor een goede afwerking van de deklaag. Hoewel aluminium in de scheepvaartindustrie met magnesium wordt gelegeerd, is het een reactief metaal waarvan het oppervlak met atmosferische zuurstof reageert om een bijna onzichtbare oxidelaag te vormen. Dit gebeurt bijna onmiddellijk na snijden of schuren van het oppervlak. In vochtige zee omgevingen zal een deel van de oxide na verloop van tijd worden omgezet in de lichtere, beter zichtbare hydroxide.

Bovendien is aluminium vatbaar voor corrosie in een zee omgeving, met name in nauwe ruimtes zoals in spleten en onder slecht klevende verflagen. Een juiste voorbehandeling van het oppervlak is dus van essentieel belang.

Aluminium kan aan ernstige galvanische corrosie lijden tenzij de grootste zorg wordt besteed bij het kiezen van fittingen onder de waterlijn, propellers en dergelijke. In dit opzicht dient het gebruik van koperoxide of metaal deeltjes in antifouling vermeden te worden. Raadpleeg het gedeelte over antifouling.

Stralen

Stralen is de voorkeursmethode van voorbereiding. Het zorgt namelijk voor een ideaal profiel voor goede verfhechting en het verwijdert oppervlaktecorrosie. Idealiter dient alleen aluminiumoxide te worden gebruikt, in een geschikte korrelgrootte voor een oppervlakteprofiel van 50-75 micron. Straalmiddelen van aluminiumoxide kunnen meestal niet opnieuw worden gebruikt zonder dat het oppervlakteprofiel hieronder lijdt. Er zijn wel andere soorten inerte straalmiddelen. Raadpleeg hiervoor de leveranciers van straalmiddelen.

Zand is niet ideaal voor stralen. Het is niet alleen schadelijk voor de gezondheid, maar is vaak niet scherp genoeg om het nodige oppervlakteprofiel te produceren. Het gebruik van schuurmiddelen van koperslak (zoals vaak op staal wordt gebruikt) moet worden vermeden omdat deze ernstige corrosie veroorzaken. Na het stralen dienen alle resten volledig te worden verwijderd. Vervolgens dient de eerste primer of een zogenaamde 'holding-primer' te worden aangebracht, idealiter binnen 6 uur.

Mechanisch schuren

Als alternatieve mechanische methode kan het aluminium met een schuurschijf worden voorbereid om het geschikte oppervlakteprofiel te produceren voor een goede verfhechting. Hoewel dit niet zo doeltreffend is als stralen, is de methode met succes toegepast in vele scheepswerven.

Er dient een grove schuurschijf (van aluminiumoxide, korrelgrofte P24-P36) te worden gebruikt om een diep gegroefd oppervlakteprofiel van 50-75 micron te produceren. Na het schuren dient het oppervlak met een stofzuiger te worden schoongemaakt. Vervolgens dient een eerste primer of een 'holding-primer' te worden aangebracht, binnen 6-8 uur.

Chemische (‘Mil-Spec’) voorbehandelingen

Hoewel deze behandelingen vaak doeltreffend zijn, zijn ze ingewikkeld en houden ze het gebruik in van chemicaliën die gevaarlijk zijn bij grootschalig gebruik. Tevens komen ze steeds meer onder druk te staan van milieueisen. Dit soort behandelingen wordt hier niet verder behandeld omdat het gebruik ervan buiten het kader van dit artikel valt.

Samenvatting

De voorbehandeling van het oppervlak houdt altijd in stralen tot een oppervlakteprofiel van 50-75 micron (2-3 mil). Vóór het stralen:

• Het oppervlak ontvetten en lasspetters verwijderen.
• De lasnaden en scherpe randen afvlakken om te voorkomen dat de deklaag te dun wordt.

Het oppervlakteprofiel dat verkregen wordt met het stralen is belangrijk en zal afhangen van het soort straalmiddel, de luchtdruk en de straalmethode.
Een te laag gestraald profiel = onvoldoende hechting.
Een te hoog gestraald profiel = ongelijkmatig verven van opstaande, scherpe koppen.

• Vóór het schilderen alle resten met een stofzuiger verwijderen.
• Het straalprofiel vergelijken met de standaardfoto voor de aluminiumkleur.
• Meet de gemiddelde schijnbare amplitude (MAA) met de oppervlakteprofielmeter. Zorg hierbij dat het aluminium niet beschadigd of verontreinigd is en dat het geen ingebedde korrels bevat.